Contact
Bel ons
WhatsApp klantenservice
Kom je gezellig langs?
Oudenhof 14, 4191 NW Geldermalsen
Met trots introduceren we de BreTrac 2.0, een voertuig voor het maaien van wegbermen, waarbij het maaisel direct wordt afgevoerd. Het voertuig heeft een maximale snelheid van 80 km/uur en mag daarmee zelfstandig de snelweg op. We spraken met onze collega Gerrit Wieberdink, die samen met Herder, Jan Veenhuis Kippers en Ginaf betrokken was bij de ontwikkeling.
In 2017 presenteerden we al de BreTrac, een zelfrijdende maaizuigcombinatie. Die eerste versie is niet in de handel geweest, omdat van meet af aan vaststond dat dit niet de definitieve versie zou worden. De 1.0 is namelijk een combinatie van trekkend voertuig met aanhanger; we wilden toe naar een complete opbouw op één voertuig. Het samenbrengen van alle componenten op één voertuig heeft als groot voordeel dat de BreTrac 2.0 veel wendbaarder is dan de 1.0 met zijn aanhanger. Bovendien is hij gemakkelijker te manoeuvreren. Dat is gelukt, maar het had wel wat voeten in aarde.
Bij Wim van Breda fungeerde Gerrit Wieberdink als kartrekker. Gerrit zegt over die inspanningen: “Een van de harde eisen die we stelden was dat het voertuig op een Nederlands kenteken zou komen. Ook de maximale snelheid van 80 km/uur was een eis, omdat we dan met het voertuig de snelweg op kunnen. Dat is allebei gelukt: het voertuig is RDWgoedgekeurd. Een tweede factor die het project vertraagde was de late levering van enkele componenten.”
Basis van het voertuig is een DAF CF 400. Dat is een truck. met vier assen, waarvan twee aangedreven. Ginaf maakte daar een truck van met drie aangedreven assen, door de vooras hydraulisch aan te drijven. Bovendien maakte Ginaf de achterste as bestuurbaar, zodat er ook drie assen gestuurd worden. De gestuurde achteras heeft geen fuseebesturing, maar een gestuurde starre as. Ginaf heeft bovendien de achterassen een VSE hydraulische vering gegeven en gezorgd dat drie van de vier assen geblokkeerd kunnen worden. Hierdoor hebben de bewegingen van de maaiarm geen invloed op de positie van de cabine.
Die cabine bouwde Ginaf ook op. Het is een Lochmanncabine, geplaatst op de veerpoten van de DAF-cabine. De bediening van de auto is in de nieuwe cabine geplaatst. Stuur, stoel en pedalen zijn terug te herkennen. De machinist heeft nu een centrale plaats, voor op het voertuig. De cabine heeft een groot glasoppervlak en het zicht naar voor en de beide zijkanten is uitstekend, zodat de machinist een goede uitkijk heeft op het werk. Hij kan door de gebogen achterruiten ook goed naar achteren kijken.
Het voertuig wordt aangedreven door een Paccar MX 11-motor, een 10,8 liter zescilinder met 449 pk. Die doet zijn werk in combinatie met een Allison twaalftraps automatische transmissie, die de beide achterste assen aandrijft. De motor drijft verder twee hydraulische pompen aan, een voor het kippen van de verzamelbak op het voertuig en een voor de hydraulische aandrijving van de voorste as. Deze is onafhankelijk te gebruiken van de mechanische aandrijving van de achterassen. Tijdens het werk is de snelheid laag en dan rijdt het voertuig voornamelijk op de hydraulisch aangedreven as. De transmissie is daarbij vastgezet in de tweede versnelling. Ginaf heeft het zo ingeregeld dat bij het wisselen van de rijrichting de Allison in de handmatig gekozen versnelling blijft staan. De voorste as is geschikt voor snelheden van nul tot twintig km/uur. De Paccar motor draait in het werk op 1.100 tot 1.150 toeren.
Voor het maaien en de giekbediening heeft de BreTrac een tweede motor, een FPT 6,7 zescilinder van 224 pk. Herder nam de ontwikkeling van de opbouw voor zijn rekening. De hele opbouw van maaiarm, motor en verzamelbak staat op een subframe, dat met klapbouten vast staat op het hoofdframe. Zo kan het onderstel buiten het maaiseizoen worden ingezet voor andere doeleinden, bijvoorbeeld de winterdienst. De ontwikkelaars hebben gekozen voor een tweede motor om te voorkomen dat één enkele motor zijn warmte niet kwijt kan, omdat door de lage rijsnelheid de koeling door de rijwind te gering is. Beide motoren kunnen zo onafhankelijk van elkaar op een relatief laag toerental draaien. Dat was ook al het geval bij de eerste BreTrac en daarbij bleek de combinatie van twee motoren minder brandstof te vragen dan de voorganger, de Kantonnier met één motor. Dat scheelde aanzienlijk.
Uiteraard voldoen beide motoren aan de geldende emissieeisen. Voor de Paccar is dat Euro 6, voor de FPT is het Fase V. De FPT is een landbouwmotor en die werkt dan ook met 12 volt in plaats van 24 volt. De motor wordt ook gebruikt op de New Holland T7 en Case IH Puma, maar ook door Steyr, Claas, Landini en McCormick in haar trekkerseries rond 200 pk. De motor heeft zich daarbij bewezen als degelijk en vooral zuinig. Het hele systeem van uitlaatgasnabehandeling zit boven de motor. De koeling is aangepast. De oliekoeler is geïntegreerd met de motorkoeling. De fan wordt hydraulisch aangedreven en de draairichting is te veranderen. Aan de motor zitten vier load sensing hydrauliekpompen: een voor de giek, een voor de maaier, een voor de afzuiging en een voor de vijzelbak voor het transport van het maaisel. Tijdens het werk draait de FPT tussen 1.700 en 1.750 toeren.
Er is een Herder vierdelige giek opgebouwd. Deze draait over 270 graden en kan daardoor links en rechts van de auto maaien. Links heeft de arm een bereik van 540 cm, rechts van 780 cm. De giek kan op het knikpunt tussen het tweede en derde deel door zijn dode punt knikken. Hierdoor kan de arm compact weggezet worden voor transport (2,5 meter volstaat). Om het knikpunt door het dode punt te krijgen, worden de beide knikcilinders op dit punt drukloos gezet. Door het werktuig op de grond te zetten en de eerste giek te bedienen, kom je door het dode punt. Door ze daarna weer op druk te zetten, kun je de giek verder doorknikken. Alle cilinders hebben een positiemeting, zodat je nooit met de arm tegen de cabine of het motorcompartiment kunt draaien.
De afzuigventilator is schuin geplaatst op het frame, om de hoogte beperkt te houden. Belangrijk bij de ventilator is het onderhoud aan waaier en plaatwerk. Om dit gemakkelijk te kunnen doen, kan de hele ventilator naast de auto worden gezwenkt, zodat het onderhoud vanaf de grond gedaan kan worden. Het maaisel wordt in de twintig kuubs JVK bak geblazen. De BreTrac weegt leeg ongeveer 24 ton. Hij is goedgekeurd voor 41 ton, een gewicht dat in de praktijk niet vaak bereikt zal worden. De totale lengte van het voertuig is tien meter. De hoogte in het werk blijft in veel gevallen onder de vier meter. Met een vangrailmaaier kan dit net iets hoger zijn. De bediening is bekend voor Herder machinisten, onder andere door de bekende HCC-terminal in de cabine. Daar zit ook een terminal voor de FPT-motor, die ook netjes vanuit de cabine gestart en gemonitord kan worden. De bediening van het maaideel loopt via twee joysticks, die naar eigen wensen van de machinist ingericht kunnen worden. De meest gebruikte functies kunnen daarbij op één joystick worden gezet, zodat de chauffeur zijn andere hand vrij heeft voor de besturing van het voertuig. Herder heeft er bewust voor gekozen om de besturing niet op een joystick te zetten. Zeker bij hogere snelheden vraagt dit teveel gewenning.
Gerrit Wieberdink is vol vertrouwen over het concept: “De BreTrac is de opvolger van onze Kantonnier. Dat was een samenwerking met Vredo, maar dat bedrijf wilde zich concentreren op de mestvoertuigen. We hebben nu opnieuw een voertuig in handen, dat zelfstandig de snelweg op kan en dat is een groot voordeel. We zijn daarin niet helemaal uniek, maar lopen wel voorop. De eerste BreTrac 2.0 is, of komt binnenkort, in gebruik bij De Jong Zuurmond. Ook nummer twee en drie komen daar terecht. Daarna is het onze bedoeling om deze machines in serie te gaan produceren, want het concept staat. Wel denken we erover om de FPT motor te vervangen door een elektrische aandrijving van de vier oliepompen. We willen werken met drie wisselbare accupakketten. We willen een contract met een firma, die ervoor zorgt dat er continu de beschikking is over volle accu’s. De pakketten hebben een afmeting van 80 x 80 x 100 en zijn daarmee gemakkelijk te vervoeren en relatief eenvoudig te wisselen. Als we dit weten te realiseren zijn we helemaal klaar voor de toekomst.”
Neem contact met mij op: 0345-585050